De dappere vlo die zijn ontbijt durft te eten op de lip van een leeuw
Samenwonen betekent voor veel stellen (gezelligheids)kilo’s aankomen. Zelf was ik er nog redelijk gemiddeld onder gebleven, en de uitschieters door de jaren heen noemde ik voor het gemak mijn natuurlijke en vrouwelijke gewichtsfluctuatie.
Mijn vriend zette me af op het treinstation, om mijn weg naar mijn eigen huis te kunnen vervolgen, en zei, “ik ga zo langs de supermarkt om een magnetronmaaltijd te scoren. Jij bent er niet en ik ben moe”. Ik stelde hem voor naar de lokale traiteur te gaan die in ieder geval een goed aanbod had in verse en degelijke maaltijden. Braaf als hij was, nam hij mijn advies ter harte en ging naar de traiteur. En de dag erna ook. En de dag erna ook, maar toen nam hij direct wat invriesmaaltijden mee. Het was een week later. Een week waarin ik toevallig een foto naar hem stuurde om vroegere tijden opnieuw te beleven zoals ik wel vaker deed. Het was een foto van onze begintijd samen en we waren aan het kamperen. Hij, lachend, op z’n knieën in het gras bij een campinggasstelletje, met een pan vol groente en vlees, en duidelijk 10 kg lichter. Het was hem opgevallen en hij merkte op, “als ik 2 maaltijden van die traiteur zou eten, zou ik voldoende hebben. Ik zou geen honger hebben en ik zou er uit zien zoals toen op de foto”.
Hoewel ik zijn gewichtstoename door de jaren heen natuurlijk wel opgemerkt had, was het mij onverschillig gebleven doch tegelijkertijd begreep ik wat hij bedoelde. Wij lagen op alle fronten zo ver uit elkaar dat ons eetpatroon daar scrupuleus op aansloot. Op taartjes na bevond ons voedselvoorkeur volledig aan weerszijden van het spectrum. Hij hield van hartig, ik hield van zoet. Dat gegeven had me al veelvuldig aleatoir in de supermarkt gebracht, uitkomend met een winkelmandje bij de kassa vol met voedingswaar die híj lekker vond, maar niks waar ik echt enthousiast van werd. En op betere dagen had ik een maaltijd samengesteld die we allebei ‘wel oké’ vonden, maar dan had ik al flink wat tijd gespendeerd in de super.
Toen we dus samen als organisch overeenkwamen om meer te gaan eten naar ons eigen hongergevoel, was ik direct enthousiast en zag ik uiteraard meteen ook de praktische voordelen. Mijn supemarktsessies zouden niet alleen flink aan tijd inkorten, ik hoefde zelf ook niet langer mijn voedingspatroon meer aan te passen.
De eerste dag. Ik kom een krap een kwartier later thuis, vriendje heeft z’n maal zojuist verorberd. Ietwat verbouwereerd aanvaardde ik de nieuwe voedingsregel. Het is even wennen.
Hoe weet je eigenlijk wat jouw voedingsvoorkeur is? Eten naar je hongergevoel, dat klinkt zo natuurlijk en daarmee bijna makkelijk. Maar we lijken het steeds meer te verliezen. We eten omdat het gezellig is, omdat we ons vervelen, omdat het voor ons neus staat, omdat we een dagregime hebben waarin de eetmomenten ingeschikt moeten worden. Zelf was ik het al jaren verloren, mede door mijn eigen opgelegde stringente fitnessleefstijl, waarin mijn trainingen mijn voedingskeuzes en timing dicteerden. Ik at niet wanneer ik honger had, ik at wanneer het schikte ten aanzien van mijn workouts.
Pas toen ik veel buiten ging zijn hervond ik wat van dit gevoel terug, en specifiek op mijn allereerste solo-hike. Ik at ‘s ochtends mijn overnights oats – droge havermout laten weken in een plastic zakje, om die de volgende morgen uit te lepelen- en vaak had ik binnen een paar uur alweer honger, maar ik mocht -zelf opgelegd- nog niet eten. Ik moest mijn eten verdelen over de dag, want anders zou ik ‘s avonds veel te veel honger hebben en mijn toch al veel te minimalistisch ingepakte voorraden te snel uitputten.
Het werden dagen van wilskrachttraining en uren wandelen denkend aan eten. Voorzichtig begon ik aan een try-out. Wat zou er eigenlijk gebeuren als ik wél zou eten, zelfs al 1 of 2 uur na mijn ontbijt als ik aan het wandelen was met hongergevoel? Iedere nieuwe dag tijdens de hike werd een experiment met tijden en hoeveelheden eten. Het bleek dat als ik een uur na het ontbijt weer honger had, en ik gaf daar aan toe, dat ik aan het einde van de dag nauwelijks nog hoefde te eten. Ik had voldoende binnengekregen om de avond en nacht comfortabel mee rond te komen. Mijn voorkeur lag duidelijk in ontbijten en de hele dag door grazen afgewisseld met voorkeursdagen van 2 overvloedige maaltijden op de dag en verder niks. Met name deze laatste dagen waren heerlijk rustgevend, je had eigenlijk geen honger en je was niet de hele dag met eten en voeding bezig; je had dus zeeën van tijd over om natuur te absorberen. Het was één van de grootste open deuren in m’n leven. Dat je ineens beseft dat je lichaam zichzelf prima weet te redden.
De titel Het is een dappere vlo die zijn ontbijt durft te eten op de lip van een leeuw is ontleend van een spreuk van William Shakespeare
Expeditie:
- Heb je meer of minder honger als jij een dag buiten bent?
- Lukt het je om 1 dag volledig naar je lichaamsgevoel te eten?