“Wat vind je zo leuk aan hiken?”
Het is voor mij één van de meeste gehoorde vragen. En ik deed er nog verrassend lang over om het antwoord voor mezelf helder te hebben, omdat ik voelde dat het meer was dan “lekker buiten zijn” “actief bezig zijn” of “in de natuur zijn”. Maar langzaamaan werd het steeds duidelijker; het is het leven met structuur zonder saaiheid.
Wanneer ik aan een meerdaagse hike begin, kost het me een paar dagen om los te weken van mijn stadse leven en volledig geacclimatiseerd te zijn aan het buitenleven, maar het blijft verrassend hoe snel je in een structuur gezogen wordt die soms op de minuut exact dagelijks herhaald wordt. Een structuur van ‘s ochtends bij het krieken van de dag opstaan, het inpakken van je kamp, de trektocht met zijn routineuze stappen, en ‘s avonds de structuur van je kamp opslaan, voedselbereiding, logboek schrijven, volgende dag voorbereiden en opzienbarend op tijd in slaap vallen. Iedere dag is nagenoeg hetzelfde in zijn structuur. Hoewel ik er bijzonder goed op ga, krijg ik die structuur er in mijn stadse leven niet in. Daar is mijn leven alles behalve een ‘9 to 5’-leven. Iedere dag is anders, soms werk ik tot laat, soms werk ik heel erg vroeg, mijn werklocaties zijn verspreid in en om de stad, binnen en buiten. Toegegeven, ik zou mijn leven dan ook door die hoge variatie weinig saaiheid toebedelen. Maar zelfs als ik rondom die lastig te veranderen variabelen zoals werk mijn best doe om structuur in mij leven te brengen, omdat ik weet dat ik er kennelijk heel goed op ga, blijft het een krampachtige exercitie die vroeg of laat uit mijn handen glipt.
Het blijft daarom zo fascinerend hoe moeiteloos en snel die structuur tijdens hiken er als vanzelf insluipt. Minstens zo fascinerend is hoe snel ik opknap tijdens een hike; mijn levenslust is zoveel groter, ik bedenk grootse plannen die ik wil uitvoeren als ik weer terug ben, mijn energielevel is indrukwekkend en moeiteloos sta ik ‘s ochtends in vroege uurtjes op, terwijl ik in die uren thuis niet vooruit te branden ben, hoeveel ik ook geslapen heb en hoeveel koffie ik er ook tegenaan gooi.
Tegelijkertijd zie ik in mijn omgeving mensen vast zitten in een structuur, die daar óók niet van opknappen. Iedere dag van 9 tot 5 op kantoor, dezelfde route met meestal de dezelfde mensen terug naar huis, het avondeten, het avondprogramma en de volgende dag een herhaling van de dag ervoor. Het leven als Groundhogday. Wel de structuur…maar óók de saaiheid.
“It had nothing to do with gear or footwear or the backpacking fads or philosophies of any particular era or even with getting from point A to point B. It had to do with how it felt to be in the wild. With what it was like to walk for miles with no reason other than to witness the accumulation of trees and meadows, mountains and deserts, streams and rocks, rivers and grasses, sunrises and sunsets. The experience was powerful and fundamental. It seemed to me that it had always felt like this to be a human in the wild, and as long as the wild existed it would always feel this way.”
– Cheryl Strayed, Auteur van het boek Wild
Hiken heeft het beste van twee werelden, en dat maakt het perfect: Structuur zonder saaiheid. De rust, (de reinheid wat minder), de regelmaat, maar ook de afwisseling; geen dag is je uitzicht hetzelfde; je trekt door een diversiteit aan landschappen, de flora en fauna is iedere dag variërend, je belevenissen wisselen iedere dag. Variatie in een structuur. De rust van structuur, de prikkeling van variatie.
Dat sluit bijzonder goed aan op de aandacht-herstel theorie van Kaplan & Kaplan. Het houdt in dat we meer geprikkeld worden als ons iets fascineert, als het aansluit op onze verwachting, als het samenhang heeft én als het ons helpt om los te laten (escapisme). Als het ons niet interesseert, dan neemt onze aandachtspanne al snel af. Saaiheid dus.
Je aandachtspanne blijft tijdens hiken doorgaans groot, bijvoorbeeld als je een focus hebt op flora en fauna, omdat je nieuwsgierig blijft of je een dier of een bijzonder plantje gaat zien, maar ook om de weg niet kwijt te raken. En hoewel je zeker tijdens je hike stukken tegen kunt komen die best voldoen aan de term ‘saaiheid’, voldoet je hike ruimschoots aan alle vier: het landschap dat zo anders is dan in ons eigen land of omgeving kan ons eindeloos fascineren, maar ook bijvoorbeeld een andere cultuur of de indrukwekkende vergezichten in de bergen. Als er in dat prachtige landschap dan ineens een betonnen chemische fabriek staat, dan voldoet dat niet aan onze verwachting én het heeft geen samenhang met de rest van het landschap. Het doet dus flink afbreuk aan je hike. Zo kun je je bijvoorbeeld ook behoorlijk storen aan zwerfafval in de natuur. Doorgaans is dat gevoel veel sterker dan in de stad, waar je het allicht ook ronduit vervelend vindt, maar minder storend; met zoveel mensen op een relatief klein oppervlak verwacht je sneller rotzooi en de rest van de omgeving oogt ook rommelig door de verschillende huizen, stenen, mensen, reclameborden, vervoersmiddelen, etcetera.
Ook de samenhang is tijdens hiken aanwezig: in natuurlijke dingen als het gebrek aan groen op hoogte in de bergen of in de droogte van de woestijn, hoe de vissers op authentieke wijze de vissersboot binnen halen op houten balken in een oud Portugees kustdorp, hoe je wakker wordt bij de eerste zonnestralen door je tent of soms in de wat vage omschrijving van ‘je één voelen met de natuur’.
En helpt hiken om los te laten? Tja, je komt letterlijk los uit je vaste stramien, maar het is ook niet ongewoon dat je makkelijker met moeilijke situaties om kan gaan tijdens het hiken.
Een ander theoretisch kader die de Structuur zonder Saaiheid-stelling stut is er één uit de omgevingspsychologie: de Perceptual fluency account van Joye. Waarnemen wat je makkelijk kan verwerken, zonder dat het zo saai wordt dat het je aandacht verliest. Structuur is makkelijk behapbaar. Maar voor je het weet is het saai en verlies je je aandacht. Zonder saaiheid verlies je je aandacht niet. Structuur zonder saaiheid dus. Eén toegankelijke manier om dat te bereiken is buiten zijn; de natuur zelf is fascinerend. Geen berg is gelijk, geen boom is gelijk, geen golf is gelijk, het is nooit saai, en toch kun je al snel een bepaalde structuur ontdekken in het berggebied, het bos en de zee. In ieder geval voldoende om aan onze verwachtingen te voldoen. Het is dus compatibel. Het helpt daarmee om ‘ons hoofd leeg te maken’. We hebben daarom ook voorkeur voor een oerbos dan voor een pas aangeplant bos in de Flevopolder, waar de bomen zo gestructureerd zijn geplant dat ze in rijen naast elkaar staan. Teveel structuur, te veel saaiheid; onze aandacht is sneller verloren.
Daarnaast zorgt wandelen in de natuur ook voor structuur; de ritmische passen van het lopen alleen al, zonder de saaiheid; door de prikkeling van de natuur. Hiken heeft het allemaal: een onderdompeling in fascinatie, het blijft prikkelen en uitdagen, het helpen om los te laten en los te weken door het leven in een ander daglicht te bezien en om af te leiden. Ik ervaar samenhang in de omgeving en hoewel ik soms niet weet wat te verwachten, weet het meestal aan te sluiten op mijn verwachting door de structuur. Juist. Structuur zonder de saaiheid.