“Ik moet gewoon even die knop omzetten”, verzuchtte ze.
De laatste weken ging het niet zoals gewenst bij één van mijn rayupreppers, zoals ik mijn clientèle liefkozend noem. Je hebt van die fases in het leven; tegenslagen, nare gebeurtenissen die je met je neus op feiten als dat het leven zo vluchtig voor bij kan zijn drukken, frustraties dat anderen in je directe omgeving zo nonchalant met dit gegeven omgaan, lastige keuzes moeten maken en inmiddels met een groeiend wanhoop kijkend naar je mooie plannen die keer op keer de prullenbak ingaan op basis van de dan geldende coronaregels. En ja, vaak komen die dingen tegelijkertijd. Maar goed ook, denk ik soms. Als je ze allemaal strak áchter elkaar zou hebben, dan zou je leven nog wel eens één lange ketting van ellende kunnen zijn.
Die knop, dacht ik, dat is toch die schakelaar die zodra je je omdraait weer terug schiet in default modus? En waar zit die eigenlijk, heeft iemand ‘m al gevonden? Natuurlijk begrijp ik de spreektaal. Ik weet best wat ze bedoelt. En daarom had ik het prima kunnen laten rusten. Je spreekt om elkaar te begrijpen, en dat begrijpen deed ik. Wat ik óók deed is er direct op ingaan om haar te laten stoppen met dit soort taal. Soms lijken details futiel, zeker als je nog warm en droog thuis bent. Maar veel dingen liggen tijdens je trektocht onder een vergrootglas; futiele details kunnen dan ineens een grootse uitwerking hebben, al naar gelang hoe extreem je trektocht is. Hoe extremer, hoe minder marge je hebt. Hoe je tegen jezelf spreekt kan een essentieel verschil maken in de beleving van je trektocht, maar in extreme omstandigheden kan het je ook maken of breken. En daarom sprong ik er op in.
We zijn geen robots. We hebben geen knopjes. Dingen hebben soms tijd en emotie nodig om te verwerken. Dus als jij geen robot bent, maar een mens met een gevoelsleven, mag jij jezelf dus ook wat tijd of emotie gunnen. Als je denkt dat je ‘gewoon even de knop om moet zetten’, heb je dus per definitie al gefaald, totdat de gewenste verandering plaats vindt. Het intrigerende is trouwens dat degenen die pleiten voor ‘positief denken’ vaak dit soort ‘knop om’-zinnen gebruiken. Dat is voor mij ongerijmd tegenstrijdig. Met positief denken zit je voor je het weet in een faalcascade: je hebt de knop nog niet omgezet, en dus ben je aan het falen, en dus ben je niet positief aan het denken en ben je dus alweer aan het falen.
Ze keek me schuldbewust aan, dat het nog niet gelukt was om aan het plan te houden zoals we hadden voorgenomen. Maar als geen ander begrijp ik dat als je het gevoel hebt dat je grip op je leven aan het verliezen bent, dat een paar suffige oefeningetjes moeiteloos naar beneden zakken op je prio-lijstje. Als je huis in de fik staat terwijl je onze oefeningen aan het doen bent heb ik ook liever dat je ze afbreekt om naar buiten te rennen. Dat zegt niets over je motivatie, dat zegt iets over je besef van belang van welzijn. Ik legde haar uit dat ze zichzelf de tijd en emotie mocht gunnen. En ja, dat je best negatief mag denken. Soms zijn dingen gewoon echt helemaal ruk. Voelen én erkennen dat je negatieve emoties hebt is heel informatief. Het geeft waarde aan; en soms geeft het ook energie, en als je die vervolgens op een juiste manier weet te kanaliseren levert het je ook nog eens veel op. En ja, soms moeten er dan nog steeds dingen gedaan worden. Zeker als je pittige trektocht steeds duidelijker aan de horizon begint te prijken.
Ik zei niet dat ze lekker de tijd moest nemen en snotterend onder een dekentje op de bank moest gaan zitten. Wat ik wel zei was dat ze het best allemaal even stom mag vinden. En dat ze niet hoefde te wachten tot ze het knopje voor intrinsieke motivatie had gevonden. Die heb je niet eens nodig. Je kunt voor een bepaalde tijd ook gewoon taken doen omdat je ze belangrijk vindt. Zónder dat je het leuk vindt om te doen. Ik bedoel, je wacht ook niet tot je eens lekker intrinsiek gemotiveerd bent voordat je de afwas gaat doen, toch?