The quantified self refers both to the cultural phenomenon of self-tracking with technology and to a community of users and makers of self-tracking tools who share an interest in ” self-knowledge through numbers”
“Volgens mij klopt er niks van de afstand. Jij hebt toch ook een outdoorhorloge om, heb jij de afstanden ook gemeten? Waar kom jij op uit?”
Het hikersmeisje die ik in was gelopen halverwege een etappe en een paar kilometers mee op trok, zette nauwkeurig uiteen welke afstanden zij had gemeten per dagetappe en hoeveel kilometers dat afweek van de trail-afstand zoals ie gedicteerd werd door de routegids.
“Eh ja, ik heb ‘m wel aangezet’ prevelde ik wat beduusd. “Maar het is me eigenlijk niet zo opgevallen. Ik heb ‘m ook aangezet vanaf het moment van hiken, met een kampeerplek op een afstandje van de trail wijkt het al snel af.”
“Oh, ik niet. Ik heb ‘m steeds aangezet als ik pas op de trail was en ik heb het nauwkeurig bijgehouden.”
Ik herkende de cijfermanie wel. Vooral uit tijden van weleer in de gym. Minutieus hield ik de getilde kilo’s, herhalingen, frequenties, minuten, kilocalorieen, stappen, hartslag en wat al niet meer bij. Met het idee dat je zo betere progressie maakte. Om te leren van invloeden, je groeicurve, verhip, wellicht om enige controle denken te hebben. Deed ik het tijdens mijn hikes ook? Ja, zeker. Het zat er nu zo ingebakken dat ik het als vanzelfsprekend toepaste op mijn buitenleven. Totdat ik besefte dat ik slaaf van de cijfers was. 10.000 stappen zetten per dag? Voor wie? Een of andere Japanner die dat getal uit z’n duim heeft gezogen? Was 30 kilometer lopen ‘beter’ dan 20 kilometer lopen? Waarvoor was ik eigenlijk buiten? Om kilometers te maken? Om stappen te zetten? Om van A naar B te komen? Nee, dat was allemaal louter middel, nooit het doel. Welk getal er waar ook staat, het zou geen invloed moeten hebben op mijn buitenbeleving.
Braaf zette ik jarenlang mijn outdoorhorloge en GPS aan -en nog steeds-, maar ik keek er amper naar. Ik zet ‘m aan met het idee dat ik dan data heb waar ik wellicht iets mee zou kunnen als ik dat zou willen, als ik weer thuis zou zijn. Het gebeurt zelden.
De enige keer dat ik mijn hike-data nauwkeurig bijhoud is tijdens mijn freestyle hikes in het buitenland. De hikes zonder route, zonder plan. Het aandeel veiligheid speelt dan ook mee. Stel dat er iets met je gebeurt, er valt dan te reconstrueren wat er voorgevallen is. Maar er valt ook beter te bepalen wat je nou eigenlijk bewandeld hebt en hoe je je oriëntatiekeuzes hebt gemaakt. Waar je veel uit kan leren voor je volgende freestyle hikes. Freestyle betekent dat je marges kleiner worden en dat je vangnet en backups daarom groter zouden mogen zijn.
En zo noteer ik tijdens mijn meerdaagse hikes in mijn logboek de gelopen kilometers, de hoogtemeters en mijn energiepeil van de dag. Maar nooit meer om slaaf van de cijfers en de kilometers te zijn. En in ieder geval niet om een wandelgids op nauwkeurigheid te toetsen.